zondag, december 24, 2006

24 12 06 | (On) bereikbaar

Maastricht, dat gun je jezelf. Het is de slogan van de VVV die inmiddels ver over de houdbaarheidsdatum heen is en dezer dagen op de lachspieren werkt als we het hebben over de bereikbaarheid van de stad.

Ja, het is waar, vanuit Maastricht kunnen we sinds op 10 december de nieuwe dienstregeling van de NS is ingegaan twee keer per uur naar de Randstad (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht) met de trein, en vice versa. Dat was één keer per zestig minuten. En ja, de Maastricht-Brusselexpress brengt de reiziger nu twaalf keer per dag naar Brussel, en andersom.

Prachtige reclame voor de stad, zou je denken. Dat is het in principe natuurlijk ook. Maar als het gaat om de bereikbaarheid van de stad wordt er wat afgescholden. Als ik de aanhoudende stroom klachten mag geloven, slaagt Veolia (de opvolger van Hermes) er nog steeds niet in bussen op tijd of via de juiste route te laten rijden. Het personeel heeft behoorlijk last van stress en als je een beetje pech hebt komt de bus helemaal niet…

Hoezo bereikbare stad? Maastricht slipt in sneltreinvaart dicht. Het probleem openbaart zich deze feestmaand in volle hevigheid. Ik zie het vrijwel elke dag vanuit het raam van het Dagblad De Limburger-kantoor aan Het Bat. Het is een vertrouwd beeld: file op de Maasboulevard, tientallen automobilisten willen de Onze Lieve Vrouweparkeergarage in, maar het blauwe verkeersbord geeft ‘vol’ aan. Toch draait niemand om.

Op donderdagavond en koopzondag (deze maand is het élke maand koopzondag) is het werkelijk waanzin. Een vrije parkeerplaats vinden is dan onmogelijk. Een half uur of een uur in de file wachtend voor een garage staan is kennelijk normaal. En het lijkt het wel alsof bezoekers (vraag: hoeveel Maastrichtenaren nemen werkelijk de fiets of het openbaar vervoer naar de stad?) het er allemaal voor over hebben. Iedereen wil zo dicht mogelijk bij de winkels parkeren.

Mensen - niet alleen inwoners, maar ook toeristen - maken het probleem, maar schuiven dat probleem vervolgens in de schoenen van stad en de stad mag het oplossen. Hoe dat gaat? Verkeerswethouder Wim Hazeu van GroenLinks lanceert een concept parkeernota, die volgend jaar in de raad wordt behandeld, waarin staat dat betaald parkeren wordt uitgebreid: bezoekers betalen voortaan dagelijks ook tussen 18.00 en 21.00 uur en elke zondag tussen 12.00 en 17.00 uur. Juist ja, noem het maar een ontmoedigingsbeleid.

Hij heeft het geweten. Op de redactie werden wij bedolven onder de brieven en boze reacties van lezers. Dat belooft nog wat. Immers, donkere wolken hangen boven Maastricht. Als in 2009 wordt begonnen met de aanleg van de A2-tunnel dreigt een serieus verkeersinfarct. Dat is tenminste de grote vrees van de Maastrichtenaren, kenners beweren het tegendeel. Zij zeggen dat de stad juist béter bereikbaar wordt.

Maar er is uiteraard niemand die dat wil geloven. Het stadsbestuur – Hazeu voorop – kan doen wat het wil. Deze week werd aangekondigd dat parkeerbedrijf Q-Park begin 2007 vier parkeerterreinen aan de rand van de binnenstad gaat uitbreiden en verbeteren. Het gaat om de Cabergerweg, de voormalige fietsenstalling aan de noordkant van het station en de parkeerplaatsen onder de Kennedybrug en de Noorderbrug. Ze krijgen de naam ‘Park + Walk’ en omvatten samen 1500 plaatsen.

Een dagtarief van 4,70 per dag moet in eerste instantie dagjesmensen, toeristen en forensen aantrekken en, zo is de hoop, de druk van de binnenstad afhalen. Of dat lukt? Maastricht heeft voorlopig de schijn tegen. De mannen van de citymarketing liggen daar best wel eens wakker van. Als dit probleem namelijk niet wordt opgelost, heeft het namelijk geen enkele zin mooie praatjes te houden over Maastricht als Bourgondische, Europese of winkelstad. Dan blijft vooral dat imago van ‘onbereikbare stad’ hangen in de hoofden van mensen. Daar kan geen positieve reclamecampagne tegen op.

dinsdag, december 05, 2006

05 12 06 | Mirakel

Het heet ‘onze’ concurrent te zijn. Immers, de gratis stadskrant De Ster doet in Maastricht wekelijks een dappere poging Dagblad De Limburger een stapje voor te zijn. Soms lukt dat, gelukkig meestal niet. Maar ach, een beetje strijd is gezond en de verstandhouding met de redacteuren van De Ster is verder prima.

En zoals gezegd, ze publiceren af en toe best interessante verhalen. Werd deze week aangenaam verrast door een productie onder de noemer ‘Mirakel van Maastricht’. Juist ja, een onderwerp waar dit weblog al een tijdje over bericht. De essentie van het verhaal, opgetekend uit de monden van zogenaamde stedelijke pioniers als oud-burgemeester Philip Houben, ondernemer Camille Oostwegel en Vesteda-directievoorzitter Huub Smeets: nu doorpakken, Maastricht mag geen museum worden.

In de bijlage komt een zevental Maastricht-kenners aan het woord. Ik heb het afgelopen weekend een aantal - in mijn visie - aardige uitspraken onderstreept die in ieder geval aanzetten tot nadenken. Zo zegt Benoit Wesly: “Maastricht moet een tweede theater krijgen met topvoorstellingen.”

Vesteda-directievoorzitter Huub Smeets heeft een andere suggestie, ook het gebied van cultuur. Opmerkelijk, omdat de mensen die het citymarketingplan voor de stad vormgeven vinden dat Maastricht als cultuurstad niet onderscheidend genoeg is waardoor het in de nabije toekomst ook geen prioriteit heeft. “Ik zou willen pleiten voor een accommodatie voor Europese verzamelaars. Dat zou prima kunnen in Belvédère.”

En tot slot, Louis Prompers, directeur van het A2-projectbureau. “Ik denk dat Maastricht nog kan groeien met 10.000 inwoners en 10.000 arbeiders, dan is het op. Maastricht heeft als woonstad nog enorme kansen.”

maandag, november 20, 2006

20 11 06 | Stiefkindje

De Griend is een hopeloos stukje Maastricht. Een stiefkindje. Het ligt ingesloten tussen Maas, Wilhelminabrug en Franciscus Romanusweg. De Platte Zaol – tegenwoordig Maastricht Music Hall gedoopt – wil maar niet bruisen, de aangelegde groenstrook boven de parkeergarage is de naam ‘park’ niet waardig en de beloofde skatebaan voor de jeugd laat op zich wachten.

De Griend is sfeerloos, inspiratieloos, karakterloos. De Luikse architecten Stéphane Caprasse en Jean-Christophe Culot reisden op een zondagmiddag af naar Maastricht. Om drie uur ’s middags maakten ze een wandeling over De Griend. Het was prachtig weer, maar ze kwamen – letterlijk – geen hond tegen. Woningstichting Servatius vroeg het duo, samen met drie andere talentvolle, veelal jonge architecten, mee te doen aan de prijsvraag Mosae Ponte: het ontwikkelen van vernieuwende ideeën voor de invulling van de open plekken aan de oostzijde van de brug, het gebied rondom de Griend en de Ridderbrouwerij. De oorspronkelijke plannen, daterend van december 2004, dreigden immers in vergetelheid te raken. Een vakjury met, onder andere Servatius-directeur Leks Verzijlbergh en beeldend kunstenaar Caius Spronken, maakte vanavond tijdens het zeer druk bezochte TOPOS-architectuurcafé in Ipanema de winnaar bekend.

Caprasse en Culot wonnen niet, al vond de jury hun stedenbouwkundig ontwerp ‘top’. Zij kozen ervoor, net als de andere ‘verliezers’ Peter Vandenboorn en Raymond Haenen van Huiswerk architecten uit Maastricht en Paul van Well uit Amsterdam, De Griend te bebouwen. In de visie van Huiswerk architecten moet het gebied een dynamische en vooral culturele uitstraling krijgen. Het wordt als het ware een tegenhanger van het ‘sjieke Céramique’. Zij hebben hun plan de naam Mosae Porte meegegeven, de poort naar Mosae Ponte (Wilhelminabrug) en Mosae Forum, het nieuwe winkelcentrum in aanbouw. Winkels, ateliers, cafés en lofts worden ondergebracht in één gebouw dat de vorm heeft van een boekenkast.

Winnaar van de prijsvraag, Michiel Ritzen uit Maastricht, koos er als enige niet voor de Griend vol te bouwen. Hij maakte een nieuw plan in directe relatie tot die op te knappen Wilhelminabrug. Aan de kop komt een, zoals Ritzen het zelf omschrijft, trapgebouw. Dat begint aan de zijde van De Griend, wordt onderbroken door de brug, en gaat aan de andere kant in stadsdeel Wyck in ‘trapjes’ verder, de hoogte in. Het is de bedoeling dat je er over heen kunt lopen, een uitzichtpunt, voor iedereen toegankelijk. Het complex herbergt kleine appartementen, winkels en horeca.
De Griend wordt een ecologisch verantwoorde speelplek. Het krijgt een zwemvoorziening met water dat op een natuurlijke manier wordt gezuiverd, à la soortgelijke initiatieven in Kopenhagen en Barcelona. Verder is er ruimte voor een skatezone en een basketbalveld.

Aan de andere kant, ter hoogte van de ingang van de parkeergarage, wil Ritzen een tweede (poort) gebouw neerzetten. Met het oog op – en dat is verrassend maar misschien ook wel weer logisch als je er langer over nadenkt – een brugverbinding tussen Griend en het Bassin aan de andere kant van de Maas. In zijn filosofie zijn deze gebieden in de toekomst wél uitgegroeid tot twee druk bezochte plekken en is er dus behoefte aan een snelle verbinding tussen beiden.

Als het aan Servatius ligt, mag Ritzen zijn plan voor een groot deel uitvoeren. Maar in het ‘masterplan Griend’ dat de woningstichting aan de gemeente Maastricht gaat aanbieden, worden een aantal aansprekende elementen van de andere architecten ook overgenomen. Wanneer we dan met z’n allen van De Griend nieuwe stijl kunnen genieten? Dat blijft – zeker in Maastricht – natuurlijk de grote vraag.

zondag, november 05, 2006

05 11 06 | Corbijn

Zal het Maastricht ooit lukken op nationale tv te komen met een trendy maar taai onderwerp als citymarketing, zoals Den Haag dat afgelopen week presteerde in de populaire talkshow ‘De wereld draait door’, prime time bovendien? Ik denk het niet. De Haagse wethouder citymarketing Frits Huffnagel deed het wel. Hij mocht aan tafel bij presentator Matthijs van Nieuwkerk en legde met de nodige bluf, die hij zo graag vaker wil horen van zijn stadgenoten, uit hoe Den Haag zich nationaal en internationaal wil profileren.

Huffnagel is op dit terrein een man met verstand van zaken. In Amsterdam, waar hij als wethouder financiën moest aftreden omdat hij een onkostenvergoeding niet had opgegeven bij de Belastingdienst, werd hij ‘mr. I AMsterdam’ genoemd. Met die slogan, onderdeel van het citymarketingprogramma, probeert de hoofdstad bedrijven en toeristen te lokken.

De VVD’er poogt nu Den Haag te verlossen van het imago van duffe stad. Maar de ‘ware reden’ dat hij zijn verhaal mag doen op Nederland 3 zit rechts naast hem in de studio. Anton Corbijn is ontwerper en vooral bekend als fotograaf van de legendarische popgroep U2. Het door hem gemaakte logo (een vlieger in de stadskleuren geel en groen, met daarin elementen als de zee en het schilderij Victory Boogie Woogie van Piet Mondriaan als symbool voor Den Haag als cultuurstad en de vrijheid) moet Den Haag herkenbaarder maken.

Publiciteit is publiciteit, moet Huffnagel gedacht hebben. Dus ook slechte. Het één uur durende feest waarmee de gemeente op woensdag 1 november het beeldmerk presenteerde kostte, zo berekende AD/Haagsche Courant, 52.77 euro per seconde. In totaal werd 190.000 euro (dat is exclusief ontwerpkosten) uitgegeven aan het evenement. Pure verkwisting volgens de lokale SP, noodzakelijk volgens een woordvoerder van Huffnagel omdat je “maar één keer een beeldmerk van Corbijn lanceert”.

Behalve het goede voornemen is citymarketing in Maastricht nog steeds niet echt van start gegaan. Een slogan of logo is hier nog lang niet aan de orde. Ik vrees dat wethouder Jean Jacobs, verantwoordelijk voor citymarketing, en citymarketeer Erik Rosier al blij mogen zijn met een item van een paar minuten op de lokale en regionale zenders TV Maastricht en L1.

zaterdag, oktober 28, 2006

28 10 06 | Leegloop

Ach, er is zoveel dat Venetië wél heeft en Maastricht niet. Venetië heeft een filmfestival van internationale allure, de biënnale met een dito uitstraling, een historische gondelregatta, een autoluwe binnenstad, Elton John heeft er een palazzo, popster Madonna is er – althans volgens de geruchten - op huizenjacht.

Venetië is het droombeeld van de romantiek, zo lees ik in de reisgidsen en op internet. En dat is waar. Als je in Venetië door de nauwe steegjes dwaalt of vanuit de vaporetto (de onvermijdelijke watertaxi) de stad aanschouwt, waan je je in één groot openluchtmuseum.

Toch is het niet vreemd dat Venetië en Maastricht vaak in één adem worden genoemd als de discussie over toerisme gaat. Toerisme is voor beide steden nu eenmaal een van de belangrijkste economische pijlers. Venetië trekt jaarlijks 18 miljoen toeristen, Maastricht twee miljoen minder. Het karakter van deze steden kent een aantal parallellen: de compactheid, de historische kwaliteit, het culturele erfgoed, het winkelaanbod en de Europese uitstraling.

Piazza San Marco en het Vrijthof, hoewel onvergelijkbare grootheden, roepen toch een beetje het hetzelfde gevoel op. Het San Marco is het mooiste plein van Italië, het Vrijthof heeft - als we de diverse onderzoeken mogen geloven - eenzelfde status in Nederland.

Hoe vleiend het ook is met één van Europa’s mooiste kleinere steden vergeleken te worden, Maastricht wil nooit zoals Venetië worden. De schaduwkant van deze prachtige Italiaanse stad, vaak uit de wind gehouden door de glamour en overweldigende toeloop van dagjesmensen, is namelijk het grote spookbeeld van Maastricht. De afgelopen veertig jaar halveerde het aantal inwoners. Tijdens de grote overstromingen van 1966 gaf het bevolkingsregister van Venetië nog aan dat er 121.000 inwoners waren. Anno 2006 zijn dat er nog maar 62.000.

Dagblad la Repubblica citeerde in juli een gemeenteambtenaar: “Het aftellen is begonnen. Als het zo doorgaat, kan de laatste inwoner in 2030 het licht uitdoen.” Het gevaar bestaat dat Venetië een soort Disneyland wordt, een stad waar toeristen elkaar voor de voeten lopen, massaal in de rij voor de leukste culturele attracties, en ’s avonds vertrekken ze weer.

Dan blijft een stad achter waar nog maar weinig ramen verlicht zijn, zo heb ik deze week met eigen ogen kunnen constateren. Natuurlijk, om je heen hoor je mensen nog wel Italiaans spreken, maar de Japanners, Australiërs en Duitsers zijn minstens zo goed vertegenwoordigd. Je mist die typische Italiaanse sfeer op de pleintjes, in het café, op de straathoek.

De Venetianen die er nog wel wonen, leggen de schuld bij het gemeentebestuur. Dat heeft te weinig gedaan voor haar inwoners. Sinds de verhuur van appartementen aan toeristen enkele jaren geleden is vrijgegeven, is de waarde van huizen verdubbeld. In vijf jaar steeg de gemiddelde huurprijs met 45 procent naar 1500 euro per maand. Venetië wordt steeds meer een stad voor de allerrijksten.

In de talloze ‘woonkrantjes’ die overal in de stad gratis te krijgen zijn, staat het inderdaad zwart op. Voor de meest simpele tweekamerappartementen met een keuken betaal je soms al drie tot vier ton. En dan zit je nog een eindje af van de A-locatie die Piazza San Marco heet.

Het is dus niet raar het Maastrichtse stadsbestuur de recente demografische neergang hoog op de politieke agenda wil plaatsen. In 2003 telde Maastricht nog 122.176 inwoners, volgens de laatste telling aan het einde van vorig jaar was dat aantal 120.137. Een van de belangrijkste oorzaken is vergrijzing. Een bevolkingsprognose, te vinden op de website van de gemeente, geeft aan dat in 2030 nog maar 115.800 mensen in Maastricht wonen.

Een noodtoestand, zo omschreef wethouder Maria Rumiz van Volkshuisvesting de huidige situatie van Venetië op 8 september in een interview met NRC Handelsblad. “Je kunt sterven aan toerisme. Belangrijk is dat de stad ook andere inkomstenbronnen creëert. Anders verliest Venetië zijn karakter.” Laat het een waarschuwing zijn voor Maastricht.

vrijdag, oktober 27, 2006

27 10 06 | Venetië

Was afgelopen week vijf dagen in Venetië. Stad van Piazza San Marco, Grand Canale, prachtige palazzi en – natuurlijk – de onvermijdelijke gondels. Stad ook van de tweejaarlijkse architectuurbiënnale in het openbare park Giardini en in het voormalige scheepswerf Arsenale. Tentoonstellingsdirecteur Richard Burdett koos dit keer als thema: steden, architectuur en maatschappij.

Immers, volgend jaar woont de helft van de wereldbevolking in steden. Kenners voorspellen dat in 2050 driekwart van de mensen zijn toevlucht heeft gezocht tot de steden. In tientallen exposities in de landenpaviljoens en het kolossale Arsenale gaat de aandacht vooral uit naar snel groeiende miljoenensteden zoals Mumbai, Tokio, Sao Paulo, Cairo, Londen, Peking en Los Angeles. Deze giganten laten zich op verschillende terreinen natuurlijke prima met elkaar meten, maar elke vergelijking met het kleine Venetië loopt scheef.

Nee, deze prachtige Noord-Italiaanse stad hoort – zeker als het gaat om cultureel erfgoed en toerisme – thuis in het rijtje Europese plaatsen waar ook Maastricht in dient te staan. Hierover later meer.

zaterdag, september 16, 2006

16 09 06 | Starbucks

Oké, let op. Dit is een kans uit duizenden. Grijp ‘m, ga de uitdaging aan, laat zien dat je een voorloper kunt én wil zijn, een trendsetter zelfs, wees hip. Toon lef, visie en voortschrijdend inzicht. Haal Starbucks naar Maastricht! Als eerste stad in heel Nederland. Zo vaak overkomt je dat toch niet? Geef de toonaangevende koffiezaak met vestigingen in 36 landen wereldwijd hier ook een mooie plek.

Op de Ezelsmarkt misschien, in dat karakteristieke pand op de kop waar ooit Ramblas zat? Bassin, is dat een optie? Trek je dat toch prestigieuze deel van Maastricht wellicht ook nog een beetje uit het slop. Of maak het onderdeel van de plannen voor een theatercafé aan het Vrijthof.
Oké, even wat achtergrondinformatie. Starbucks is een ‘koffiecafé’ dat – uiteraard – zijn oorsprong heeft in Amerika. Liefhebbers noemen het een ‘nieuwe koffie-ervaring’. Behalve de coffee-to-go is er alle ruimte om in de zaak op comfortabele fauteuils of banken rustig je krantje te lezen met een ontelbaar aantal koffiesoorten binnen handbereik.

In Amman, Bangkok, Berlijn, Manchester of Zürich. Waar we ter wereld ook op reis zijn, Starbucks vormt een soort rustpunt. Het voelt bijna (of word ik nu sentimenteel?) als thuiskomen. Het Blad Carp vroeg zich onlangs af waar Starbucks toch blijft, terwijl het Europese hoofdkantoor nota bene in Amsterdam zit. De consument lijkt er klaar voor. Er is zelfs een website waar je een petitie kunt tekenen als je er voorstander van bent dat Starbucks snel naar Nederland komt. Meer dan 3500 handtekeningen zijn al gezet.

Wie op internet met google zoekt, stuit al snel op een interessante scriptie van Erik Bijsterbosch die onderzoek heeft gedaan “naar de vestigingsmogelijkheden van het bedrijf Starbucks in de Nederlandse coffee-to-go markt”. Deze Nijmeegse student van de Radboud Universiteit concludeert dat er kansen liggen in de hoofdwinkelstraten van de tien grote steden (minus Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag) en volgens hem dus óók in Maastricht.

Dus… waar is het wachten nog op? Moet de Maastrichtenaar en de zo geliefde toerist dan écht dertig kilometer verderop naar de Marktplatz in Aken? En een beetje concurrentie voor het veelgeprezen maar tegenwoordig altijd propvolle Coffeelovers - dat is te merken aan de snel teruglopende service - kan zeker geen kwaad. Ben benieuwd hoe lang het een en ander gaat duren. Ik begin alvast met aftellen…

zaterdag, september 09, 2006

09 09 06 | Inleiding

Als nooit tevoren verandert Maastricht van gezicht. In snel tempo wordt de komende maanden een fundament gelegd voor de toekomst. Wijken worden gemoderniseerd, opgeknapt of zelfs compleet nieuw uit de grond gestampt. Als het moderne winkelcentrum Entre Deux af is en de culturele biografie begin oktober gelanceerd, volgt volgend voorjaar de Markt met pronkstuk Mosae Forum, moet de bouw van de prestigieuze universiteitscampus in Randwyck beginnen, het ‘nieuwe’ Vinkenslag moet eind 2007 klaar zijn en Maastricht viert het 15-jarig bestaan van het EU-verdrag met een groot feest. Er worden ongetwijfeld ook enkele interessante hoofdstukken bijgeschreven aan de ‘komt-er-een-casino-en-zo-ja-waar-discussie’.

Tegelijkertijd moet de stad zich als nooit tevoren ernstig zorgen maken om haar imago. Het verleden koesteren (en die neiging bestaat) is al lang niet meer genoeg. Zeker nu de Sphinx uit de binnenstad vertrekt en Maastricht voor noodgedwongen hervorming staat: van industriestad naar dienstenstad. Vooruit, is het motto.

Maastricht voelt de concurrentie van steden in binnen- en buitenland. Van Amsterdam, Rotterdam en ‘s-Hertogenbosch, maar óók van Barcelona, Brussel en Dublin. In de slag om de toerist staat Maastricht op een kruispunt van wegen. Waarheen? De stad moet een merk worden, één richting kiezen. Maar hoe? Maastricht heeft toch alles? Citymarketing heet het instrument dat heden en verleden moet verenigen en de strategie moet bepalen.

Dit weblog zal een jaar lang in het teken staan van de metamorfose van Maastricht: een stad in versnelling. Al moet daar een vraagteken achter staan, want in Maastricht ‘komt toch nooit iets op tijd af?’ Het is een veel gehoorde zin in een stad met een veel grotere allure en ambitie dan mogelijkheden. En dan spreekt de mentaliteit van de Maastrichtenaren als vanzelfsprekend ook een woordje mee. De trotse, ietwat conservatieve ‘naar binnen gerichte’ manier van denken van de Mestreechteneere versus het koele, vaak ook creatieve zakeninstinct van sommige ondernemers. Dat botst en kan processen tot in lengte van dagen vertragen.

Dit blog wil een gids zijn in de interessante maanden die komen. Achtergronden schetsen, persoonlijk commentaar geven, een brede blik werpen op de stad Maastricht die weliswaar van gezicht verandert maar qua karakter worstelt met zichzelf. Waar moet het heen? Wat zijn de plannen en wat komt er van terecht? Wat gaat er goed of fout, en waarom? Aan het einde van de rit moet duidelijk worden hoe Maastricht zich aan de toekomst gaat presenteren.

zaterdag, augustus 12, 2006

12 08 06 | Even geduld

Nog even geduld, de eerste berichten verschijnen begin september 2006...