zaterdag, oktober 28, 2006

28 10 06 | Leegloop

Ach, er is zoveel dat Venetië wél heeft en Maastricht niet. Venetië heeft een filmfestival van internationale allure, de biënnale met een dito uitstraling, een historische gondelregatta, een autoluwe binnenstad, Elton John heeft er een palazzo, popster Madonna is er – althans volgens de geruchten - op huizenjacht.

Venetië is het droombeeld van de romantiek, zo lees ik in de reisgidsen en op internet. En dat is waar. Als je in Venetië door de nauwe steegjes dwaalt of vanuit de vaporetto (de onvermijdelijke watertaxi) de stad aanschouwt, waan je je in één groot openluchtmuseum.

Toch is het niet vreemd dat Venetië en Maastricht vaak in één adem worden genoemd als de discussie over toerisme gaat. Toerisme is voor beide steden nu eenmaal een van de belangrijkste economische pijlers. Venetië trekt jaarlijks 18 miljoen toeristen, Maastricht twee miljoen minder. Het karakter van deze steden kent een aantal parallellen: de compactheid, de historische kwaliteit, het culturele erfgoed, het winkelaanbod en de Europese uitstraling.

Piazza San Marco en het Vrijthof, hoewel onvergelijkbare grootheden, roepen toch een beetje het hetzelfde gevoel op. Het San Marco is het mooiste plein van Italië, het Vrijthof heeft - als we de diverse onderzoeken mogen geloven - eenzelfde status in Nederland.

Hoe vleiend het ook is met één van Europa’s mooiste kleinere steden vergeleken te worden, Maastricht wil nooit zoals Venetië worden. De schaduwkant van deze prachtige Italiaanse stad, vaak uit de wind gehouden door de glamour en overweldigende toeloop van dagjesmensen, is namelijk het grote spookbeeld van Maastricht. De afgelopen veertig jaar halveerde het aantal inwoners. Tijdens de grote overstromingen van 1966 gaf het bevolkingsregister van Venetië nog aan dat er 121.000 inwoners waren. Anno 2006 zijn dat er nog maar 62.000.

Dagblad la Repubblica citeerde in juli een gemeenteambtenaar: “Het aftellen is begonnen. Als het zo doorgaat, kan de laatste inwoner in 2030 het licht uitdoen.” Het gevaar bestaat dat Venetië een soort Disneyland wordt, een stad waar toeristen elkaar voor de voeten lopen, massaal in de rij voor de leukste culturele attracties, en ’s avonds vertrekken ze weer.

Dan blijft een stad achter waar nog maar weinig ramen verlicht zijn, zo heb ik deze week met eigen ogen kunnen constateren. Natuurlijk, om je heen hoor je mensen nog wel Italiaans spreken, maar de Japanners, Australiërs en Duitsers zijn minstens zo goed vertegenwoordigd. Je mist die typische Italiaanse sfeer op de pleintjes, in het café, op de straathoek.

De Venetianen die er nog wel wonen, leggen de schuld bij het gemeentebestuur. Dat heeft te weinig gedaan voor haar inwoners. Sinds de verhuur van appartementen aan toeristen enkele jaren geleden is vrijgegeven, is de waarde van huizen verdubbeld. In vijf jaar steeg de gemiddelde huurprijs met 45 procent naar 1500 euro per maand. Venetië wordt steeds meer een stad voor de allerrijksten.

In de talloze ‘woonkrantjes’ die overal in de stad gratis te krijgen zijn, staat het inderdaad zwart op. Voor de meest simpele tweekamerappartementen met een keuken betaal je soms al drie tot vier ton. En dan zit je nog een eindje af van de A-locatie die Piazza San Marco heet.

Het is dus niet raar het Maastrichtse stadsbestuur de recente demografische neergang hoog op de politieke agenda wil plaatsen. In 2003 telde Maastricht nog 122.176 inwoners, volgens de laatste telling aan het einde van vorig jaar was dat aantal 120.137. Een van de belangrijkste oorzaken is vergrijzing. Een bevolkingsprognose, te vinden op de website van de gemeente, geeft aan dat in 2030 nog maar 115.800 mensen in Maastricht wonen.

Een noodtoestand, zo omschreef wethouder Maria Rumiz van Volkshuisvesting de huidige situatie van Venetië op 8 september in een interview met NRC Handelsblad. “Je kunt sterven aan toerisme. Belangrijk is dat de stad ook andere inkomstenbronnen creëert. Anders verliest Venetië zijn karakter.” Laat het een waarschuwing zijn voor Maastricht.

vrijdag, oktober 27, 2006

27 10 06 | Venetië

Was afgelopen week vijf dagen in Venetië. Stad van Piazza San Marco, Grand Canale, prachtige palazzi en – natuurlijk – de onvermijdelijke gondels. Stad ook van de tweejaarlijkse architectuurbiënnale in het openbare park Giardini en in het voormalige scheepswerf Arsenale. Tentoonstellingsdirecteur Richard Burdett koos dit keer als thema: steden, architectuur en maatschappij.

Immers, volgend jaar woont de helft van de wereldbevolking in steden. Kenners voorspellen dat in 2050 driekwart van de mensen zijn toevlucht heeft gezocht tot de steden. In tientallen exposities in de landenpaviljoens en het kolossale Arsenale gaat de aandacht vooral uit naar snel groeiende miljoenensteden zoals Mumbai, Tokio, Sao Paulo, Cairo, Londen, Peking en Los Angeles. Deze giganten laten zich op verschillende terreinen natuurlijke prima met elkaar meten, maar elke vergelijking met het kleine Venetië loopt scheef.

Nee, deze prachtige Noord-Italiaanse stad hoort – zeker als het gaat om cultureel erfgoed en toerisme – thuis in het rijtje Europese plaatsen waar ook Maastricht in dient te staan. Hierover later meer.