maandag, november 20, 2006

20 11 06 | Stiefkindje

De Griend is een hopeloos stukje Maastricht. Een stiefkindje. Het ligt ingesloten tussen Maas, Wilhelminabrug en Franciscus Romanusweg. De Platte Zaol – tegenwoordig Maastricht Music Hall gedoopt – wil maar niet bruisen, de aangelegde groenstrook boven de parkeergarage is de naam ‘park’ niet waardig en de beloofde skatebaan voor de jeugd laat op zich wachten.

De Griend is sfeerloos, inspiratieloos, karakterloos. De Luikse architecten Stéphane Caprasse en Jean-Christophe Culot reisden op een zondagmiddag af naar Maastricht. Om drie uur ’s middags maakten ze een wandeling over De Griend. Het was prachtig weer, maar ze kwamen – letterlijk – geen hond tegen. Woningstichting Servatius vroeg het duo, samen met drie andere talentvolle, veelal jonge architecten, mee te doen aan de prijsvraag Mosae Ponte: het ontwikkelen van vernieuwende ideeën voor de invulling van de open plekken aan de oostzijde van de brug, het gebied rondom de Griend en de Ridderbrouwerij. De oorspronkelijke plannen, daterend van december 2004, dreigden immers in vergetelheid te raken. Een vakjury met, onder andere Servatius-directeur Leks Verzijlbergh en beeldend kunstenaar Caius Spronken, maakte vanavond tijdens het zeer druk bezochte TOPOS-architectuurcafé in Ipanema de winnaar bekend.

Caprasse en Culot wonnen niet, al vond de jury hun stedenbouwkundig ontwerp ‘top’. Zij kozen ervoor, net als de andere ‘verliezers’ Peter Vandenboorn en Raymond Haenen van Huiswerk architecten uit Maastricht en Paul van Well uit Amsterdam, De Griend te bebouwen. In de visie van Huiswerk architecten moet het gebied een dynamische en vooral culturele uitstraling krijgen. Het wordt als het ware een tegenhanger van het ‘sjieke Céramique’. Zij hebben hun plan de naam Mosae Porte meegegeven, de poort naar Mosae Ponte (Wilhelminabrug) en Mosae Forum, het nieuwe winkelcentrum in aanbouw. Winkels, ateliers, cafés en lofts worden ondergebracht in één gebouw dat de vorm heeft van een boekenkast.

Winnaar van de prijsvraag, Michiel Ritzen uit Maastricht, koos er als enige niet voor de Griend vol te bouwen. Hij maakte een nieuw plan in directe relatie tot die op te knappen Wilhelminabrug. Aan de kop komt een, zoals Ritzen het zelf omschrijft, trapgebouw. Dat begint aan de zijde van De Griend, wordt onderbroken door de brug, en gaat aan de andere kant in stadsdeel Wyck in ‘trapjes’ verder, de hoogte in. Het is de bedoeling dat je er over heen kunt lopen, een uitzichtpunt, voor iedereen toegankelijk. Het complex herbergt kleine appartementen, winkels en horeca.
De Griend wordt een ecologisch verantwoorde speelplek. Het krijgt een zwemvoorziening met water dat op een natuurlijke manier wordt gezuiverd, à la soortgelijke initiatieven in Kopenhagen en Barcelona. Verder is er ruimte voor een skatezone en een basketbalveld.

Aan de andere kant, ter hoogte van de ingang van de parkeergarage, wil Ritzen een tweede (poort) gebouw neerzetten. Met het oog op – en dat is verrassend maar misschien ook wel weer logisch als je er langer over nadenkt – een brugverbinding tussen Griend en het Bassin aan de andere kant van de Maas. In zijn filosofie zijn deze gebieden in de toekomst wél uitgegroeid tot twee druk bezochte plekken en is er dus behoefte aan een snelle verbinding tussen beiden.

Als het aan Servatius ligt, mag Ritzen zijn plan voor een groot deel uitvoeren. Maar in het ‘masterplan Griend’ dat de woningstichting aan de gemeente Maastricht gaat aanbieden, worden een aantal aansprekende elementen van de andere architecten ook overgenomen. Wanneer we dan met z’n allen van De Griend nieuwe stijl kunnen genieten? Dat blijft – zeker in Maastricht – natuurlijk de grote vraag.

zondag, november 05, 2006

05 11 06 | Corbijn

Zal het Maastricht ooit lukken op nationale tv te komen met een trendy maar taai onderwerp als citymarketing, zoals Den Haag dat afgelopen week presteerde in de populaire talkshow ‘De wereld draait door’, prime time bovendien? Ik denk het niet. De Haagse wethouder citymarketing Frits Huffnagel deed het wel. Hij mocht aan tafel bij presentator Matthijs van Nieuwkerk en legde met de nodige bluf, die hij zo graag vaker wil horen van zijn stadgenoten, uit hoe Den Haag zich nationaal en internationaal wil profileren.

Huffnagel is op dit terrein een man met verstand van zaken. In Amsterdam, waar hij als wethouder financiën moest aftreden omdat hij een onkostenvergoeding niet had opgegeven bij de Belastingdienst, werd hij ‘mr. I AMsterdam’ genoemd. Met die slogan, onderdeel van het citymarketingprogramma, probeert de hoofdstad bedrijven en toeristen te lokken.

De VVD’er poogt nu Den Haag te verlossen van het imago van duffe stad. Maar de ‘ware reden’ dat hij zijn verhaal mag doen op Nederland 3 zit rechts naast hem in de studio. Anton Corbijn is ontwerper en vooral bekend als fotograaf van de legendarische popgroep U2. Het door hem gemaakte logo (een vlieger in de stadskleuren geel en groen, met daarin elementen als de zee en het schilderij Victory Boogie Woogie van Piet Mondriaan als symbool voor Den Haag als cultuurstad en de vrijheid) moet Den Haag herkenbaarder maken.

Publiciteit is publiciteit, moet Huffnagel gedacht hebben. Dus ook slechte. Het één uur durende feest waarmee de gemeente op woensdag 1 november het beeldmerk presenteerde kostte, zo berekende AD/Haagsche Courant, 52.77 euro per seconde. In totaal werd 190.000 euro (dat is exclusief ontwerpkosten) uitgegeven aan het evenement. Pure verkwisting volgens de lokale SP, noodzakelijk volgens een woordvoerder van Huffnagel omdat je “maar één keer een beeldmerk van Corbijn lanceert”.

Behalve het goede voornemen is citymarketing in Maastricht nog steeds niet echt van start gegaan. Een slogan of logo is hier nog lang niet aan de orde. Ik vrees dat wethouder Jean Jacobs, verantwoordelijk voor citymarketing, en citymarketeer Erik Rosier al blij mogen zijn met een item van een paar minuten op de lokale en regionale zenders TV Maastricht en L1.