zondag, januari 14, 2007

14 01 07 | Sexy...

Toen Ruud Gullit in 1996 trainer-speler werd bij de in verval geraakte topclub Chelsea uit Londen introduceerde hij ‘sexy football’. Prachtig begrip natuurlijk, nog nooit eerder gehoord, dus voer voor de media. Binnen de kortste keren ging deze tot de verbeelding sprekende uitspraak de wereld over.

Let wel, onder leiding van Gullit was er nog geen bal getrapt. Maar een diep verlangen was aangewakkerd. In het land van kick and rush droomde iedereen plotseling van sexy voetbal, een mooie belofte van de man die groot werd met het flitsende en aantrekkelijk Hollandse combinatievoetbal.

Maastricht, zondag 7 januari. Tijdens een door de PvdA georganiseerd cultuurdebat in café Ipanema toont Theater aan het Vrijthof-directeur Guido Wevers zich zoals altijd een bevlogen spreker. Ik heb die middag in mijn notitieblok als volgt samengevat: tussen Berlijn en Bilbao ligt Maastricht…

Wevers zegt dat Maastricht natuurlijk geen Bilbao is, waar het door architect Frank Gehry ontworpen Guggenheim-museum een toeristische trekpleister van jewelste is. Zoiets is hier nauwelijks mogelijk, en misschien moet je dat ook niet willen. En natuurlijk is Maastricht ook geen Berlijn. Maar het bruisende culturele klimaat van de Duitse hoofdstad kan wel als voorbeeld dienen. Bepaalde elementen zou je in Maastricht met een beetje goede wil kunnen injecteren.

Tussen Berlijn en Bilbao ligt Maastricht… Het is een interpretatie die volgens mij veel zegt over hoe Maastricht zich op cultureel gebied profileert. De discussie die bij tijd en wijle oplaait heeft immer een hoog abstractieniveau. Deze stad weet niet welke richting het op wil. De verworvenheden worden gekoesterd, ruimte voor echte vernieuwing is er niet of nauwelijks.

Cultuur in Maastricht moet sexy worden, zegt Wevers aan het einde van zijn betoog. Hij houdt zijn publiek weer de bekende worst voor: Maastricht moet er alles aan doen om culturele hoofdstad van Europa te worden. Cultuur in Maastricht sexy? Sorry, ik kan me nauwelijks voorstellen dat deze stad de juiste mentaliteit, dynamiek en creatieve power heeft die nodig is om de grote ommekeer in te luiden. En zelfs dan is er een reuzensprong nodig om van ‘sexy’ te kunnen spreken.

De nieuwsweek die volgt staat in het teken van, jawel, culturele hoofdstad van Europa. Cultuurwethouder Jean Jacobs vertelt mij in een kort gesprek dat Maastricht misschien de ambities maar eens moet verleggen. Wachten op Luik, om in 2012 samen een gooi naar die prestigieuze titel te doen, is niet meer echt realistisch. Daarvoor is de tijd waarschijnlijk te kort. Maastricht kan het in 2018 – als Nederland samen met Malta weer een culturele hoofdstad mag leveren – ook alleen proberen.

Een dag nadat het artikel ‘Culturele hoofdstad zonder Luik’ in Dagblad De Limburger heeft gestaan, schrijf ik een commentaar waarin staat dat de uitgesproken ambitie natuurlijk prachtig is, maar als je de culturele ‘puinhoop’ overziet eerder klinkt als een grap.

In Maastricht wordt nog altijd gepraat over hoe hoog de subsidie van Het Parcours – de opening van het culturele seizoen – moet zijn, het Bonnefantenmuseum slaagt er maar niet in aansprekende publiekvoorstellingen te organiseren en het eigen belang van al die culturele instellingen prevaleert nog altijd boven het algemeen belang. Samenwerken? Ho maar.

Maastricht, 14 januari 2007. De mensen die cultuur in Maastricht sexy moeten maken slaan elkaar op de schouders tijdens de druk bezochte nieuwjaarsreceptie, georganiseerd door Centrum voor contemporaine cultuur Marres, NAi Maastricht, Bonnefantenmuseum, Jan van Eyckacademie en de Academie Beeldenkunsten. Locatie: het gebouw van Marres.

Een aantal gasten, onder wie ikzelf, zijn gevraagd als speeddate-partner. Aan de hand van een stelling kunnen bezoekers met ons in discussie. Leuk idee, maar nieuwe inzichten levert het niet op. Mijn stelling ‘het huidige culturele klimaat in Maastricht is geen goede basis voor de organisatie voor een door velen gekoesterde wens: Maastricht als culturele hoofdstad van Europa’ wordt veelal gedeeld.

Het culturele veld lijkt ingedut bij gebrek aan nieuwe prikkels en een stevige uitdaging. Een van de gesprekspartners, beeldend kunstenaar Maarten van den Berg, maakt me met veel passie duidelijk dat culturele hoofdstad worden zo’n uitdaging is, maar dan moet er wel vaart worden gemaakt. “Zonder een gezamenlijk doel zal die noodzakelijke samenwerking ook niet snel van de grond komen.”

Ik bespeur veel goede wil en je maakt mij niet wijs dat er geen ideeën zijn. PvdA-raadslid Wiel Rousseau vindt dat er snel een werkgroep moet komen die in rap tempo gaat bepalen wat er nodig is voor een Maastrichtse kandidatuur. “De provincie heeft miljoenen toegezegd, die moeten we snel binnenhalen. Haast is geboden.” Binnen een half jaar à een jaar moet duidelijk zijn of Maastricht Culturele Hoofdstad van Europa wil worden.

En met wie? Luik is nog steeds een optie. Aken ook, maar die stad zit financieel krap bij kas. En een samenwerking met Sittard en Heerlen wordt door cultuurwethouder Jacobs ook nog niet uitgesloten.

Maar in de gangen van het Marres-gebouw hoor ik een aantal mensen denigrerend doen als het gaat over een partnerschap met Heerlen. Er wordt een beetje hooghartig gelachen over de opvatting dat Heerlen hard aan de weg timmert en Maastricht misschien wel voorbij streeft als cultuurstad. Je ziet ze denken: kom nou, Maastricht, dat is toch waar het gebeurt?! Zo’n houding is natuurlijk dodelijk, en maakt van het streven naar vooruitgang een uiterst stroperig proces.

Geen opmerkingen: